-
1 pull out
terugtrekken; zich terugtrekken; eruit gaan; vertrekken; zich herstellen; gaan inhalen; eruit trekkenpull out3 vertrekken ⇒ wegrijden, optrekken♦voorbeelden:pull out of politics • uit de politiek gaan4 the driver who pulled out had not seen the oncoming lorry • de bestuurder die zijn baan verliet had de naderende vrachtauto niet gezienII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 verwijderen ⇒ uitdoen, uittrekken♦voorbeelden: -
2 the diplomat was pulled out
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский